De fagot, het grootste houten blaasinstrument, heeft zich vanaf de renaissance ontwikkeld uit de dulciaan en is verwant aan de schalmei. Het lange en dubbelgevouwen instrument met mondstuk wordt aangeblazen door een dubbelriet. Het heeft een karakteristieke, lage klank die bv. prachtig tot uiting komt in het muzikale sprookje 'Peter en de Wolf' (Sergej Prokofiev). Bij de contrafagot is het bereik nog een octaaf lager. Naast een vaste plaats in het symfonieorkest waar het in de lagere, donkere registers klinkt maakt de fagot ook deel uit van het harmonieorkest.